Manager Voortbrenging

Het Openbaar Ministerie (OM) zorgt - samen met de politie en andere ketenpartners - voor opsporing en vervolging van strafbare feiten. Dit varieert van winkeldiefstal tot moord en van belastingontduiking tot cybercrime en terrorisme. Het werk van het OM is erop gericht dat daders een passende straf krijgen en dat slachtoffers en nabestaanden het gevoel hebben dat zorgvuldig met hun belangen wordt omgegaan.

Het Openbaar Ministerie (OM) bestaat uit een hoofdkantoor (het Parket-Generaal), 10 arrondissementsparketten, 1 LRO (landelijke Ressortsorganisatie) en een aantal ‘bijzondere’ eenheden, te weten het Landelijk Parket, het Functioneel Parket, het parket CVOM (Centrale Verwerking OM), de DVOM (Dienst Verleningsorganisatie OM), de IVOM (Informatievoorziening OM) en de Rijksrecherche. Het Openbaar Ministerie is op ca. 35 locaties door heel Nederland gevestigd. In totaal werken ongeveer 6.000 mensen bij het OM.

Aan het hoofd van het OM staat het College van procureurs-generaal. Het College is verantwoordelijk voor heel het OM en legt zich toe op de formulering van nieuwe handhavingsrichtlijnen en het ontwikkelen van het opsporings- en vervolgingsbeleid. De zorg voor de organisatie en de bedrijfsvoering ligt eveneens bij het College. De parketten staan onder leiding van een hoofd van een bedrijfsonderdeel die verantwoordelijk is voor de primaire taken van een arrondissement of ressort of een landelijk werkend onderdeel.

De onderdelen van het OM kennen ieder een eigen dynamiek, aandachtsgebieden en, in sommige gevallen, specialismen.

Voor een nader profiel van het OM verwijzen wij naar de website van het Openbaar Ministerie: www.om.nl

Het College van Procureurs-Generaal van het Openbaar Ministerie heeft in 2020 een OM Informatiestrategie en meerjarenplan 2020-2027 laten opstellen: het Business + Informatieplan OM (BIPOM).

In het BIPOM is het doel vastgelegd om in 2027 één uniforme werkwijze te hebben, ondersteund door één modulair opgebouwd zaaksysteem voor alle zaakstromen binnen het strafrecht. Het gaat om de ondersteuning van werkprocessen die nu ondersteund worden door 7 verschillende zaaksystemen. Dit betekent dat op alle parketten van het OM dusdanig uniform gewerkt gaat worden, dat iedereen gebruik kan maken van hetzelfde zaaksysteem, zonder lokale uitzonderingen of technische workarounds.

Het project EMMA geeft invulling aan de uitvoering van de strategie die is beschreven in het BIPOM en heeft als doel de 7 zaakssystemen te vervangen en de werkprocessen binnen het OM te uniformeren. 

Achtergrond Opdracht

Binnen het programma Emma werken we aan het vernieuwen en digitaliseren van de werkprocessen van heel het OM. Een belangrijk onderdeel van deze vernieuwing is het professionaliseren en voortzetten van het voortbrengingsproces.

Daarom zijn wij op zoek naar een manager voortbrenging die ingezet zal worden in het Programma Emma ter plaatse van Informatie Voorziening Openbaar Ministerie (IVOM) in Utrecht. Deze rol omvat het zorgen voor een effectief en efficiënt functioneren van de voortbrengingsstraat door het beheren en optimaliseren van zowel SCRUM- als Waterfall-methodologieën. De Manager Voortbrenging stuurt teams aan, bewaakt deadlines en processen, en rapporteert regelmatig aan de programmadirecteur en/of programmamanager. Tevens leidt deze rol de transitie naar nieuwe werkmethoden en zorgt voor effectief stakeholdermanagement en verandermanagement om continue verbetering te waarborgen.

De aard en schaal van de opgave alsmede het tijdsbestek waarin die gerealiseerd moet worden stellen specifieke eisen aan het voortbrengingsproces. Het OM kiest voor een zaakstroomsgewijze aanpak waarbij telkens voor een specifiek type zaak end-to-end functionaliteit wordt ontwikkeld. Het OM kiest er ook voor om de voordelen van scrum te combineren met een planmatige analyseaanpak. Een combinatie dus van ontwerpen en sprintsgewijs ontwikkelen. De voortbrenging omvat een ontwerpfase waarin de - door het Wetboek van Strafvordering gedefinieerde - proceslogistiek wordt geanalyseerd en mogelijkheden tot digitalisering en automatisering worden uitgewerkt. Deze proceslogistiek is complex en verlangt een integrale analyseaanpak. De ontwerpfase levert een basis-procesontwerp op. Dit procesontwerp wordt in nauwe samenwerking met parketten ontwikkeld en door 'de business' vastgesteld.

Op basis van dit basisprocesontwerp worden iteraties gedefinieerd op het niveau van features. In de uitwerking van deze features komen 3 perspectieven samen: 1) het basisprocesontwerp, dat in zijn juridische werking wordt gedefinieerd door het Wetboek van Strafvordering 2) informatieanalyse en de uitwerking van datamodellen en berichtenverkeer 3) gebruikersinteracties en UX. Op basis van deze drie perspectieven worden vervolgens user stories gemaakt. Deze user stories worden opgenomen in een back log waarna de voortbrenging op basis van scrum plaatsvindt.